‘Zou je naar Amerika willen?’
Dit interview verscheen in de Daily Matters, de digitale festivalkrant van het Movies that Matter filmfestival.
De Spaanse regisseur Diego Quemada-Díez sprak 600 migranten voor zijn speelfilm La Jaula de Oro, de openingsfilm van Movies that Matter 2014. “Met deze film wil ik de migrant een stem geven.”
Achttien jaar geleden vertrok de Spaanse Diego Quemada-Díez (1969) naar de Verenigde Staten. The American Dream, daar kwam hij voor. De eerste jaren waren fantastisch, vertelt hij. Hij ging naar de filmacademie en werkte als camera-assistant in de filmindustie. Na vijf jaar begon hij alleen meer en meer te zien dat dit land zijn dromen niet waar kon maken. “Het materialisme van de Amerikaanse cultuur begon mij tegen te staan. Ik woonde in een buurt met veel migranten uit Mexico en Latijns Amerika. Ik zag van dichtbij hoe slecht zij behandeld werden: ze hadden geen verblijfsvergunning, ze deden slecht betaald rotwerk en ze leefden met de constante angst te worden uitgezet.”
Een trein vol migranten
De filmmaker was steeds vaker in Mexico te vinden. In 2003 las hij een artikel over het red light districtvan de Mexicaanse havenstad Mazatlán. In een opwelling vertrok Quemada-Díez naar Mazatlán, op zoek naar een nieuw verhaal. Daar raakte hij bevriend met een taxichauffeur. De man nodigde hem uit bij hem thuis. Quemada-Díez bleef uiteindelijk twee maanden. Iedere dag kwam er een trein langs, vol met migranten, allemaal op weg naar Amerika. Ze klopten aan bij het huis van de taxichauffeur, voor een korte stop en wat te eten en drinken. Quamada-Díez hoorde hun verhalen aan: ze waren al weken onderweg, van hun geld waren ze al lang beroofd.
“Na die twee maanden wist ik dat ik een film wilde maken over de reis die duizenden migranten dagelijks afleggen. Ik wilde de reis door hun ogen ervaren.” In de jaren die volgden bezocht de regisseur verschillende grensgebieden in Latijns-Amerika in Mexico en in de Verenigde Staten. “Ik bracht dagen door in opvanghuizen voor migranten, daar sprak ik met jongeren, met vrouwen en mannen. Ik luisterde naar hun verhalen, en noteerde alles in mijn opschrijfboekje.”
De wil om weg te gaan, is zo sterk, vertelt Quamada-Díez. “Meestal hebben de ouders van de kinderen die op weg gaan, ook ooit de sprong gewaagd. Het idee van de American dream leeft heel sterk. Daarnaast is er simpelweg geen werk in landen als Mexico en Guatemala: ze gaan zodat ze hun familie financieel kunnen ondersteunen.”
De grens over, whatever it takes
“Ik heb gezien dat mensen bereid zijn om heel ver te gaan. In de buurt van de grens met de Verenigde Staten sprak ik een jongen uit Honduras, hij vertelde mij dat hij was gevraagd om drugs te smokkelen: 45 kilo cocaïne, in ruil voor duizend dollar én hij mocht dan ook gratis de grens over – daar betalen mensen normaal gesproken tussen de zesduizend en de tienduizend dollar voor. De drugsdealer had de jongen verteld dat als hij gepakt zou worden, hij maar één jaar in de gevangenis hoefde te zitten. Onzin! Voor zo’n enorme hoeveelheid cocaïne krijg je misschien wel levenslang. Ik zag dat de jongen het wilde doen. ‘Hoe krijg ik het anders voor elkaar?’, vroeg hij mij.”
Kinderen krijgen meer sympathie
Na zeven jaar research had – de inmiddels naar Mexico geëmigreerde Spanjaard – zeshonderd getuigenissen van migranten. “Ik wist alleen dat ik de migranten een stem wilde geven, maar hoe ik dat zou gaan doen, daar heb ik wel mee geworsteld.” Uiteindelijk koos hij ervoor om – met in zijn achterhoofd de werkwijze van zijn leermeester Ken Loach, de bekende Britse regisseur – een mix te maken tussen documentaire en fictie. Zijn drie hoofdpersonages moesten kinderen zijn. “Ik wist dat mijn boodschap beter over zou komen door de verhalen – van al die honderden migranten die ik had gesproken – door kinderen te laten vertellen. Mensen voelen toch sneller sympathie voor kinderen.”
In de sloppenwijken van Guatemala hield hij audities. ‘Zou je naar Amerika willen?’, die vraag stelde hij aan ieder kind. “Dat was wel echt een voorwaarde.” Tijdens die audities vindt hij zijn hoofdpersonages Juan, Sara en Chauk. Met hen – en zijn filmploeg – maakt hij de reis naar ‘het beloofde land’ (4000 kilometer verderop). “Er was een script, maar pas vijf minuten voor we gingen filmen wisten ze wat er zou gaan gebeuren. Een deel van de crew reisde steeds drie dagen vooruit. Zij castten de figuranten: inwoners van dorpjes en migranten die onderweg waren. Alles in de film is echt: het is me verteld, ik heb het eerder meegemaakt of het gebeurt op dat moment voor je ogen.”
La Jaula de Oro won talloze prijzen, waaronder de Certain Talent Prize op het filmfestival in Cannes. Met zijn film wil de filmregisseur ‘het westen’ laten begrijpen waarom mensen hun land, familie en vrienden achter zich laten. Tegelijkertijd wil hij laten zien dat Amerika niet alles is. “Ik wil de mythe ontkrachten. Amerika is een la jaula de oro, een gouden kooi: als je eenmaal over de grens bent, zit je vast en kan je maar moeilijk terug.”