De buurvrouw heeft een zwaard
Ism Haroon Ali, verschenen in Trouw, de Verdieping, 8 januari 2009.
Al jaren wordt er gesloopt en gebouwd in Geuzenveld. Het aantal sociale huurwoningen in de Amsterdamse probleemwijk wordt bijna gehalveerd, waarna nieuwe bewoners uit de middenklasse het stadsdeel op ‘Normaal Amsterdams Peil’ moeten brengen. Vooralsnog is Geuzenveld evenwel een vervallen spookwijk vol leegstand.
De galerij ruikt naar hasj en urine, open vuilniszakken versperren de weg. In een kale flatwoning zit het beertjesbehang nog op de muren, met in de hoek van de lege kinderkamer nog een verdwaalde speelgoedauto. Bij de buren zijn de ramen dichtgetimmerd met een houten plaat. Het enige leven in het pand vind je in de snackbar beneden. Daar zit een groepje van zes mannen dat iedere voorbijganger wantrouwend bekijkt. Honderd meter verderop vreten ijzeren grijpers stukken beton uit een gehavend pand.
Welkom in Geuzenveld. Al jarenlang wordt hier gesloopt en gebouwd. En dat gebeurt in alle Westelijke Tuinsteden: Osdorp, Slotervaart/Overtoomse Veld, Slotermeer en Bos en Lommer. Het is een enorme operatie. Meer dan 13.000 woningen gaan in totaal tegen de vlakte, 24.000 komen er voor terug. Daarmee is het een van de grootste stedelijke vernieuwingsprojecten van Europa.
Nu bestaat nog ruim 80 procent van de woningen uit goedkope sociale huurwoningen. In 2015 moet dat 45 procent zijn. De middenklasse gaat het werk opknappen: zij moeten de Vogelaarwijk op ‘Normaal Amsterdams Peil’ brengen. Tenminste, zo staat het in de plannen. Maar gaat het ook lukken?
“Over tien jaar zie ik een bruisend, multicultureel stadsdeel met een open karakter en een ruime opzet”, zegt stadsdeelwethouder Stedelijke Vernieuwing Piet Dikken (PvdA). Volgens hem zitten de betrokken woningcorporaties ‘redelijk op schema’, en ook de gewilde middenklasse, ‘de smeerolie van de maatschappij’, komt mondjesmaat binnendruppelen.
Toch loopt niet alles op rolletjes, erkent hij. “In Geuzenveld is de herhuisvesting van bewoners een probleem. Er wonen veel grote gezinnen en het is lastig die aan een passende vijf- of zeskamerwoning te helpen.” Bewoners van sociale huurwoningen kunnen vaak niet meer terug naar hun huis, omdat dat in de toekomst een koopwoning of vrije sector wordt. Zij zoeken zelf een andere woning of krijgen een woning toegewezen door de corporaties. In het geval van de grote gezinnen gaat dat vaak moeizaam.
Ook Radboud van der Linden, woordvoerder van Far West, de woningcorporatie die de vernieuwing in Nieuw West voor het grootste deel organiseert, ziet het probleem. “Vind maar eens een huis voor zes mensen op de verstopte Amsterdamse woningmarkt. Dat is zoeken naar een speld in een hooiberg.”
Op het vernieuwde Lambertus Zijlplein – hét winkelcentrum van Geuzenveld – loop je meteen tegen de realiteit aan. Bewoner Miriam Ett Enaze (28): “Ik woon al mijn hele leven in deze buurt. De afgelopen jaren is het steeds slechter geworden. Eigenlijk sinds ze aan het slopen zijn. De speeltuin ligt vol glas. Er ligt afval op straat, de trappen zijn vies en de deur naar ons pand kan niet dicht. Er zijn veel inbraken. Gisteren probeerden ze het nog, maar ik was thuis.”
Samen met haar man en twee kinderen woont ze in een van de toekomstige slooppanden bij het plein. In juli volgend jaar moeten ze hun huis uit. Ett Enaze: ‘Er komen koopwoningen voor in de plaats. Ik weet nog niet waar we gaan wonen, maar ik ben blij als we een nieuw huis krijgen. Dit kan echt niet meer.’
In de Goeman Borgesiusstraat, waar Miriam Ett Enaze woont, is het stil. Alles in de straat heeft zijn beste tijd gehad. Op de balkons zwerven oude koelkasten, vuilniszakken en stapels matrassen. De flatwoningen zijn net vestingen: alle ramen zijn afgedekt, met verkleurde lappen stof, de Nederlandse vlag of kranten. Grote witte schotels steken hun nek uit, sommigen verroest, anderen blinkend in de zon.
Naomi (28) en Sonia (31) komen de deur uit van één van de flats in de straat. Ze gaan boodschappen doen bij Lidl. Sonia: ‘Wij moeten volgend jaar ons huis uit. Ik had geluk, ik stond als eerste op de wachtlijst. Ik kreeg een brief van de woningbouwvereniging waarin stond dat ik een plek in IJburg krijg. Ik ga er in alles op vooruit: de huur is lager en het is groter. Het is echt een droompaleisje.’ Ook Naomi vertrekt graag naar IJburg: ‘Er wordt de laatste tijd veel ingebroken. Ik voel me vaak onveilig. ‘s Nachts barricadeer ik de deur, mijn buurvrouw heeft zelfs een zwaard’, lacht ze. Dan weer serieus: ‘Kinderen durven zelfs niet meer op de galerij te spelen.’
Wethouder Piet Dikken kent de verhalen: ‘Natuurlijk voel je je niet prettig als je in je eentje in een sloopflat woont. Je wilt niet de laatste zijn die eruit gaat. Maar het is bijna niet te voorkomen.’ Van der Linden van Far West: ‘Het moment vlak voor sloop is een gevaarlijke fase voor een buurt. Het wordt stiller, mensen doen minder hun best om dingen heel te houden. Niemand pakt meer een kwast en het gaat rap achteruit. Daar is niks aan te doen.’
Met tijdelijke maatregelen proberen het stadsdeel en Far West wel ‘het spookachtige gevoel’ te bestrijden. Van der Linden: ‘We doen aan tijdelijke verhuur en we hebben bewonerbegeleiders aangesteld. Daarnaast proberen we het unheimische gevoel tegen te gaan door bijvoorbeeld met Kerst in sloop- en renovatiepanden lichtjes op te hangen.’
Vijftig jaar geleden werden de Westelijke Tuinsteden ontworpen, grotendeels door architect Cor van Eesteren. Het idee was licht, lucht, ruimte en veel groen. De eerste jaren waren het geliefde woonwijken. Gezinnen in krappe, vochtige huisjes in de Jordaan of Pijp verhuisden graag naar de nieuwbouwwoningen.
Eind jaren zeventig vertrokken die mensen weer, vertelt Dikken. “Ze vonden de huizen toch te klein, of ze wilden wat kopen. Die mensen trokken massaal naar plaatsen als Almere en Purmerend.”
Hun plaats werd meestal ingenomen door allochtonen, met vaak zwakke economische posities. Toen al groeide het besef, bij de gemeente en de corporaties, dat de stadsdelen zouden kunnen verloederen. De Westelijke Tuinsteden moesten worden vernieuwd en de helft moest uit koophuizen bestaan. Op die manier zou de voortdurende uittocht van bewoners kunnen worden gestopt.
Die koopwoningen zijn er nu, sommige al meer dan tien jaar. En er komen er nog duizenden bij. Maar werkt het ook? Wil de middenklasse in het stadsdeel wonen? Uit een evaluatie (2005) van het stadsdeel blijkt dat 18 procent van de bewoners van een nieuwbouwproject al snel weer op zoek was naar een woning buiten Geuzenveld, vanwege gevoelens van onveiligheid. En ook op dit moment verlaten nog steeds meer inwoners het stadsdeel dan dat er voor terugkomen.
Toch loopt het goed, verzekert Van der Linden van Far West: ‘Bij een project dat binnenkort wordt opgeleverd waren we binnen elf maanden alles kwijt. Bijna de helft van de kopers is opgegroeid in Nieuw-West.’ Het zijn vaak allochtonen die wegtrokken naar Zaandam of Almere, maar nu toch graag weer tussen hun vrienden en familie wonen. Sommige nieuwkomers moeten extra worden overtuigd van de kwaliteiten van de buurt, zegt Van der Linden. ‘Maar als je vertelt hoeveel er wordt geïnvesteerd in deze wijk, merk je dat mensen door het imago van de buurt heen prikken.’
Bart Bakker (24) en Dennis Woudhuizen (27) wonen op de tiende verdieping van zo’n nieuwbouwflat. Ze zitten er nu een jaar en betalen 1040 euro per maand. Het gebouw is een waar architectonisch hoogstandje. Aanbellen doe je via een computerscherm. Twee reusachtige kroonluchters verlichten de binnenplaats, en in een lift zoef je geruisloos omhoog. Vandaar kijk je uit op een blok toekomstige slooppanden.
Bakker: ‘Het liefst wilden we natuurlijk op Java-eiland wonen, maar dat is onbetaalbaar. Hier zijn we ook gelukkig. We hebben een fantastisch uitzicht.’ Woudhuizen: ‘De buurt is alleen ongezellig, met die dichtgetimmerde ramen en bergen schroot. Ik mis de reuring op straat.’
Aan de Troelstralaan in Geuzenveld worden woningen naar beneden getrokken. Wat overblijft, zijn de geraamtes. De corporaties, die bijna alle woningen in de Westelijke Tuinsteden bezitten, hebben het stadsdeel beloofd dat in 2015 80 procent van de plannen gerealiseerd zijn. Maar door het probleem van herhuisvesting zijn corporaties soms gedwongen om huizen die voor verkoop of vrije sector bedoeld waren, ‘sociaal te maken’. Van der Linden: “Als de gezinnen daar dan weggaan, verkopen we het weer.”
Waarom blijven hameren op die 45 procent sociale huur als de herhuisvesting zo moeilijk blijkt te gaan? Dikken: ‘Als je alleen de huizen vernieuwt en verder alles bij hetzelfde laat, verandert er niks. Dat is water naar de zee dragen.’
De grote allochtone gezinnen zijn een blok aan het been van de corporaties en het stadsdeel. Ze frustreren letterlijk de stedelijke vernieuwing in Geuzenveld. Dat zou helemaal niet zo moeten zijn, vindt Dick Praamstra, PvdA raadslid in Geuzenveld-Slotermeer: ‘Ik vind dat we het moeten doen met de mensen die we hier hebben. Voor die mensen moeten we het leven zo aangenaam mogelijk maken. En wat is er erg aan sociale huur?’
Hij staat kritisch tegenover de drastische vernieuwingsplannen, want ‘waar moeten al die mensen heen?’ Daarbij ervaart hij in zijn eigen buurt in Slotermeer de problemen die extra koopwoningen met zich meebrengen. “In ons blok vroeg de woningbouw een aantal jaar geleden of mensen hun huis wilden kopen. Veel mensen hebben dat gedaan en zitten nu met de problemen. Ze kunnen nog net de hypotheek van hun huis betalen, maar daar houdt het mee op. Er is verloedering opgetreden, dakgoten en daken worden niet vervangen. Ons huis is als enige nog sociaal. Mensen vragen zelfs of wij de woningbouw kunnen bellen voor onderhoud aan de dakgoot of riolering.”
Al bij de besluitvorming liep het volgens Praamstra mis. “Het ging alleen maar over de fysieke kant, over slopen en vernieuwen, sociaal en koop. De sociale pijler ontbrak in het begin totaal. Bewoners werden ook niet betrokken bij de plannen. De corporaties zeiden daarover: ‘Je gaat een kerstkalkoen toch ook niet vragen hoe hij opgediend wil worden.’”
In Slotermeer, waar de stedelijke vernieuwing nog moet beginnen, zal volgens Dikken meer rekening worden gehouden met de wensen van de bewoners. “Je merkt wel dat je met deze methode een groter draagvlak creëert. In Geuzenveld legden we ze een plan voor en vroegen simpelweg: ja of nee?”
De gemeente kwam enige jaren geleden tot het besef dat er ook geïnvesteerd moest worden in de emancipatie van de sociale huurders, om ook op die manier de middenklasse te vergroten. Daarom werd twee jaar geleden Koers Nieuw West opgericht. Er wordt in vier jaar tijd 40 miljoen euro besteed in de Westelijke Tuinsteden. Joggende vrouwen, jongeren op skates, computercursussen, broedplaatsen en moeders die een school runnen. De lijst van interventies is lang.
De stadsdeelbewoners moeten economisch sterke individuen worden, die participeren in hun buurt. Maar nu al 20 miljoen euro is uitgegeven, rijst de vraag: werkt het? Stadsdeelwethouder Dikken: ‘Het aantal startende ondernemers meten gaat nog wel. Maar of de armoede is verminderd door meer sociale cohesie? Dat is al moeilijker aan te tonen.’ Dikken zegt dat de stijging van de economie met één procent meer effect heeft dan welk sociaal hulpmiddel ook.
Terug in het huis van Bakker en Woudhuizen. ‘Vanuit onze ivoren toren kijken we neer op het plebs’, grinnikt Bakker. In een trendy, strak ingerichte woonkamer drinkt hij met zijn vriend een glaasje prosecco. Participatie met de rest van de buurt is voor hen niet aan de orde. ‘Het kan me aan mijn reet roesten wie er op de eerste tot de tiende verdieping wonen. Ik vind het heerlijk dat je met niemand wat te schaften hebt.’
De namiddagzon schijnt over Geuzenveld. Saïd Omahari praat in zijn café met de enige bezoeker. Miriam Ett Enaze loopt met haar buggy langs blowende jongens in de hal van haar flat, barricadeert haar deur en trekt het keukengordijn dicht. Bart Bakker en Dennis Woudhuizen trekken nog een fles prosecco open. Piet Dikken kijkt vanaf zijn kantoor over zijn stadsdeel uit. Hij verzucht: ‘Als je iets beter wilt maken, gaat het altijd even slechter.’
Plannen voor een moeilijk stadsdeel;
Geuzenveld-Slotermeer telt ruim 40.000 inwoners. Met veel vroegtijdige schoolverlaters, een lage arbeidsparticipatie van vrouwen en een gemiddeld inkomen van 1650 euro per huishouden is het stadsdeel een moeilijke buurt. Het hoge percentage allochtonen – 60 procent – draagt daaraan bij.; Begin jaren negentig startte in Geuzenveld een vernieuwingsproject. Sinds het jaar 2000 is daar extra vaart in gezet. De kleurloze huurblokken uit de jaren vijftig voldoen niet meer aan de eisen van de huidige tijd. Ze zijn te klein en de kwaliteit is in hoog tempo achteruit gegaan. Daarnaast moet een groter aandeel van koop- en vrije sectorwoningen (55 procent) de sociale samenstelling in de wijk verbeteren.